Verslag van het jubileum,

Bronbeek 16 oktober 2004

Zaterdag 16 oktober vierde de Stichting Ellen de Bruin-ter Denge Memorial Fund haar 10 jarig jubileum. Van deze gelegenheid werd tevens gebruik gemaakt de door de Stichting uitgeloofde prijs van € 2500 te overhandigen aan de auteur van het boek “De GEEST OVERWINT”, de heer M.Spaans, Azn.

Ook werd tijdens deze feestelijke bijeenkomst de versierselen behorende bij de Verzetster Oost-Azië 1942-1945 uitgereikt aan de zoon van de drager van deze onderscheiding, W. Kok, de heer J.M. Kok.

De uitreiking geschiedde uit handen van de Kanselier der Nederlandse Orden de Lt.Gen.bd. De heer J.H. de Kleyn.

Geachte Dames en Heren,

Namens het bestuur van de Stichting Ellen de Bruijn – ter Denge Memorial Fund, heet ik U van harte welkom op deze bijzondere dag in het Koninklijk Tehuis voor Oud Militairen en Museum te Bronbeek.

In het bijzonder heet ik welkom de heer J.H. de Kleyn, Kanselier der Nederlands Orden, en de heren E. Kubbe, G.Bras en E. Gitz  Dragers van de Verzetsster.

De heer C. de Bruin, voorzitter

-Het zal ongeveer twee jaren geleden zijn dat het voornemen ter sprake kwam om ter gelegenheid van het tienjarig bestaan een prijs in te stellen, die de naam draagt van de oprichter van onze stichting Dr .J.H .de Bruijn.

De reden van de oprichting was een postuum eerbetoon aan zijn overleden echtgenote, die in Nederlands Oost-Indië geboren was en samen met haar vader, moeder, grootmoeder en tante de Japanse bezetting en het kampleven aan den lijve heeft meegemaakt.

Ik prijs mij gelukkig dat de eerste keer dat de Dr. J.H.de Bruinprijs is toegekend aan het boek, dat wij U zullen presenteren en dat als titel heeft “De Geest Overwint”.

Helaas moet ik het hierbij laten. Op 12 mei j.l. ben ik getroffen door een herseninfarct, met de gevolgen daarvan heb ik nog steeds te doen, hetgeen mij het langdurig spreken onmogelijk maakt.

Ik verzoek U daarom mij te verontschuldigen voor het feit dat ik een van mijn bestuursleden heb gevraagd het vervolg van mijn beoogde toespraak aan U voor te lezen.

De heer H.B. Peetoom, vice voorzitter

-Het boek dat wij U vandaag presenteren gaat over het verzet dat in welke vorm dan ook in Nederlands Oost-Indië tegen de Japanse bezetter werd gepleegd.

Zeer terecht merkt de auteur in zijn inleiding reeds op dat dit tot heden een moeilijk te bespreken gebeurtenis is, zelfs na 60 jaar.

Dat veel Nederlanders dit alles niet goed weten komt omdat bijna 60jaar later alles wat met onze driehonderdjarige voorgeschiedenis in Nederlands Oost-Indië te maken heeft, hier politiek taboe is.

In de ogen van de talrijke roze-rode zedenmeesters moeten wij ons eigenlijk schamen voor het feit dat wij koloniën hebben gehad. Dat is immers schandelijk.

Op scholen wordt dan ook over onze Indische geschiedenis gezwegen. Zelfs aardrijkskunde van het kolossale eilandenrijk dat wij 3 eeuwen bestuurden, is bij jonge generaties vrijwel onbekend.

Nooit of te nimmer is hen bijgebracht dat er op wetenschappelijk -medisch- en bestuurlijk niveau door de Nederlanders in het heerlijk rijk van insulinde, dat zich “daar slingert om de evenaar als gordel van smaragd. ” zoals Eduard Douwes Dekker het eens uitdrukte, werd verricht

Ik durf te stellen dat de verschrikkingen van de Japanse bezetting, vernederingen, ontberingen en verwoestingen, die van 1942 tot 1945 voortduurden, en de trauma’s die deze teweeggebracht hebben, ingrijpend hebben ingewerkt op het leven van de vele tienduizenden Nederlanders, die een belangrijk deel van hun leven in Indië hebben doorgebracht.

Bij het doorlezen van het manuscript heb ik diepe bewondering gekregen voor al diegenen die dit hebben meegemaakt en dit hebben moeten verwerken.

De vierhonderdeenenzeventig (471), met de Oost-Azië ster gedecoreerden, hebben stuk voor stuk de japanner de voet dwars gezet, en voor zover zij dat niet met hun leven betaald hebben en zij zijn vermoord met de bajonetten, voor vuurpelotons of onthoofd met het samoeraizwaard, hebben zij op alle mogelijke manieren de vijand tegen gewerkt, steeds met gevaar voor eigen leven en veiligheid.

Het is daarom zo belangrijk dat dit boek er is gekomen en de 471 namen aan de vergetelheid zijn ontrukt. Wie denkt hier niet aan het woord van de profeet Jesaja:

“Ik zal hen ook in Mijn huis en binnen Mijn muren een plaats en een naam geven , beter dan der zonen en dan der dochteren; een eeuwige naam zal Ik een ieder van hen geven, die niet uitgeroeid zal worden”.  (Jes:56.5)

Ik hoop dat dit boek, dat vandaag verschijnt een ruime verspreiding zal krijgen onder al diegenen die wel voldoende historisch besef hebben voor onze vaderlandse en Indische geschiedenis.

Tenslotte willen wij als stichtingsbestuur onze dank uitspreken aan de auteur Martin Spaans ,

Die veel tijd heeft besteed aan het vergaren van de informatie uit diverse bronnen aangezien er geen compleet archief meer was.

Ook danken wij de jury onder deskundige leiding van mevr. A.E.M. Landheer-Roelants “die overigens in Bandoeng is geboren vlak voordat de oorlog uitbrak, zij is pas in 1951 naar Nederland gekomen” samen met de overige juryleden, de heren Dr. U.Bosma, Dhr. C.P Mulder, Dr. M. Doortmont, Mr. C. van Schaik en de penvoerder Mevr. Dr. R. Néve-Sprenger.

Tevens wil ik de medebestuursleden bedanken voor alle inzet die dit alles mogelijk heeft gemaakt.

Dan wil ik nu graag het woord geven aan: Mevr. Landheer-Roelants, nadat ik haar een blijk heb gegeven van onze waardering voor haar inzet en in dit gebaar ook nogmaals dank naar de voltallige jury tot uiting breng.

De –waarnemend- voorzitter,  de heer H.B.Peetoom, overhandigt na zijn openingswoord een prachtig boeket  bloemen aan de voorzitter van de jury mevr. A.E.M. Landheer-Roelants.

Daarna is het woord aan mevr. Landheer-Roelants en leest zij het rapport van de jury voor.

RAPPORT  VAN  DE  JURY

Ter beoordeling van de inzendingen voor de Dr. J.H. de Bruijnprijs

De Dr. J.H. de Bruijnprijs is uitgeloofd door de Stichting Ellen de Bruijn – ter Denge Memorial Fund en voor de eerste maal uitgereikt op 16 oktober 2004 in het Koninklijk Tehuis voor Oud – Militairen en Museum (KTOMM) Bronbeek te Arnhem  

JURYRAPPORT

De jury van de door de Stichting Ellen de Bruijn – ter Denge Memorial Fund uitgeloofde Dr. J.H. de Bruijnprijs acht zich gelukkig dat er twee inzendingen ter beoordeling zijn binnengekomen. Beide auteurs hebben een belangwekkend onderzoek aangeboden: de een over de woelige jaren in Padang aan het einde van de negentiende eeuw, de ander over de onderscheiding De Verzetsster Oost-Azië 1942-1945.

Om met de laatste inzending te beginnen, die onder het motto De Geest Overwint werd ingezonden: de auteur is er goed in geslaagd inzicht te krijgen over de door de Nederlandse regering gevoerde politiek in de jaren na 1945. Daarbij mag niet onvermeld blijven dat het reguliere archief over de onderscheiding zelf verdwenen is. De auteur heeft moeten putten uit andere bronnen, zoals het archief van het ministerie van Koloniën en de Kanselarij der Nederlandse Orden.

Heel belangrijk is dat de studie licht werpt op de verzetsdaden in Nederlandsch Indië. Nog steeds is de aandacht in Nederland vrijwel geheel gericht op verzet in eigen land. Het verzet in het veraf gelegen Nederlandsch Indië heeft altijd een marginale positie ingenomen in het Nederlandse historische bewustzijn. Het spreekt vanzelf dat dit te wijten is aan het feit dat Indië geheel uit de belangstellingssfeer verdween, toen de band tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Nederlandsch Indië werd verbroken door de souvereiniteitsoverdracht aan de Republiek Indonesia Serikat.

Deze studie geeft ons daarom een belangrijk document in handen over de oorlog in Nederlandsch Indië. Genealogisch is de studie van belang als en waardevolle aanvulling op de kennis over Nederlandsch Indië.

De opbouw van het boek is tweeledig: na een resumé over de ambtelijke voorbereiding en de totstandkoming van de onderscheiding volgt een chronologische opsomming van de toegekende onderscheidingen. Van de gedecoreerden is een persoonsbeschrijving toegevoegd.

Het onderzoek getuigd van een grote gedegenheid en voldoet aan een groot deel van de door de Stichting gestelde criteria. Toch maakt de jury enkele kanttekeningen:

1.  Op een aantal punten behoeft de inleiding herziening. Duidelijkheid is gewenst over de   

      herkomst van de vermelde gegevens en de volledigheid van de lijst van  gedecoreerden. Niet

      duidelijk is op basis van welk archiefmateriaal de persoonsbeschrijvingen tot stand gekomen zijn.

2.  Het boek bevat één pagina statistische gegevens. De uitgave zal ongetwijfeld aan belang winnen

     door een ruimer uitgewerkte statistiek met toelichting, vooral met het oog op een sociale

     doorsnede van de gedecoreerden.

3.  Het ontbreken van illustraties van de gedecoreerden ervaart de jury als een groot gemis.

De jury concludeert dat de studie een waardevolle aanzet geeft tot een collectieve biografische beschrijving of analyse van het al dan niet georganiseerde verzet in de Indische samenleving. Het advies van de jury is positief voor het uitbrengen van een publicatie van de eerste inzending, mits de gemaakte kanttekeningen leiden tot herzieningen.

De tweede inzending voert ons naar Padang in het laatste decennium van de negentiende eeuw. Hoofdrolspelers zijn Jasper Boon en zijn familieleden  De jury heeft respect voor het enthousiasme waarmee de auteur het onderzoek heeft aangevat.

Hij is er in geslaagd materiaal bijeen te brengen uit moeilijk toegankelijke bronnen, al is niet altijd duidelijk wélke bronnen.

Precieze bronvermeldingen zijn essentieel voor de wetenschappelijke nauwkeurigheid. Uit de studie komt een interessant beeld naar voren van de wijze waarop handel gedreven werd in Padang en degenen die erbij betrokken waren.

Het valt daarom des te meer te betreuren dat de inzending voor publicatie essentiële manco’s als een weinig heldere opzet, een onvoldoende gestructureerde compositie en een niet vlekkeloze genealogie vertoont.

De jury heeft na ampel beraad unaniem besloten de Dr. J.H. de Bruijnprijs toe te kennen aan de auteur van  De Verzetsster Oost-Azie 1942-1945.

A.E.M. Landheer – Roelants,  voorzitter

Dr. U. Bosma       Dr. M.R. Doortmont      C.P. Mulder     Mr. C. van Schaik

                                                                                                      

Na het voorlezen van het juryrapport vindt de uitreiking van de Dr. J.H. de Bruijnprijs en de overhandiging van het boek “De Geest Overwint” aan de auteur de heer M.Spaans Azn. plaats.

Toespraak auteur de heer M. Spaans Azn.

Excellentie, dames en heren, maar in het bijzonder dragers van de Verzetsster Oost-Azië.

Vanaf deze plek zou ik van de gelegenheid gebruik willen maken om u Voorzitter en natuurlijk de andere leden van het bestuur van het Ellen de Bruijn ter Denge Memorial Fund te feliciteren met de eerste uitgave van de Dr. de Bruijn Prijs.

Ik mocht zojuist het eerste exemplaar in ontvangst nemen, en ik kan niet anders zeggen dan dat het er perfect uit ziet.

Ik wil hiervoor als eerste voor hun inzet, betrokkenheid en zorg die zij hebben gegeven bij de tot standkoming van dit boek bedanken de heer Ricus Peetoom en van de uitgeverij Gigaboek de heer Koedijker.   Mijn complimenten, het heeft mijn verwachtingen overtroffen.

Naast deze heren zijn er ook andere geweest die ik vanaf deze plaats zou willen bedanken.

De dragers van de Verzetsster Oost-Azië die hier vandaag aanwezig zijn.

Het is mij een groot genoegen om u hier vandaag te mogen ontmoeten. Het is door uw daden waardoor ik hier  vanmiddag in uw midden mag staan. Ik hoop dan ook dat met het schrijven van dit boek, u eindelijk, eindelijk de erkenning krijgt die u al veel eerder had moeten toekomen.

Verder zou ik willen bedanken mijn vriend en maatje Richard Visser, die voor mij altijd weer een rustpunt wist te vinden in de hektiek en spannende momenten van de laatste tijd, maar die ook altijd weer de rust kon opbrengen als ik weer eens met m’n neus in de boeken zat of als ik weer eens te pas of onpas werd gebeld over het een of ander en het geduld weer eens kon opbrengen als gemaakte plannen daardoor in het duizend liepen.

Bedankt voor al je steun.

De Jury, dank voor de lovende woorden, want zonder uw keuze, had ik hier niet gestaan vandaag.

Cees Mulder,

Cees voor je steeds weer aanvullende kennis, ik denk dat ik hier beter kan zeggen je onuitputtelijke kennis op gebied van onderscheidingen en je bereidheid om steeds weer kritisch mee te lezen en te denken.

Ook jou zou ik graag van deze kant willen bedanken.

Peter Christiaans,

Peter de gelegenheden dat wij over het manuscript gebogen hebben gezeten zijn er vele geweest in de afgelopen jaren. Voor iemand die hem niet kent, zou ik hem het beste kunnen omschrijven als een persoon waarvan je bijna zou gaan denken dat hij vele families uit Indië persoonlijk gekend heeft of anders wel iemand kent die meer informatie over bewuste familie zou kunnen verstrekken. Peter je telkens weer aangeboden steun bij de meest lastige of moeilijke vragen, het is maar net hoe je het wil zien, bleken telkens weer een uitdaging voor ons beide, het is voor mij bijzonder leerzaam geweest.

Dank hiervoor.

Ook aan Martijn Spruit, collega en goede vriend, die ik heb leren kennen als een rustig maar vooral zeer geduldig persoon, die mijn verhalen over mijn onhandigheden met computers steeds maar weer moest aanhoren en mij toch telkens weer uitleg kon geven over hoe te handelen, waardoor ik dan ’s avonds tot in de kleine uurtjes kon verder werken.

Ook jij Martijn bedankt hiervoor.

Voorzitter, zojuist kreeg ik van u het eerste exemplaar aangeboden. Ik vind eigenlijk dat het fonds op deze bijzondere gelegenheid ook als winnaar aangemerkt mag worden. Want ook voor u is het de eerste keer.

Maar ja wat geef je nou een fonds kado?

Na overleg met de heer Koedijker van Gigaboek is besloten om een exclusief exemplaar te laten vervaardigen.

En ik zou dan ook graag voor deze keer willen verzoeken om het exemplaar welke ik mocht ontvangen te willen omdopen in 1A en 1B.

Dit zogenaamde 1B exemplaar zou ik U graag hierbij tot afsluiting willen aanbieden.

Na de felicitaties in ontvangst te hebben genomen is het woord aan Lt.Gen.b.d.  J.H. de Kleyn
Kanselier der Nederlandse Orden.

Wij zijn hier vandaag bij elkaar om o.a. de versierselen behorende bij de Verzetsster Oost-Azie uit te reiken aan de zoon van de drager van de Verzetsster, W. Kok, de heer J.M. Kok.

Willem Kok, geboren te Leiden 24 juli 1901, destijds instrumentenmaker in het militair hospitaal te Tjimahi, overleden te Leiden 14 augustus 1954.

Heeft zich in de Japanse bezettingstijd bijzonder onderscheiden door geestkracht, karaktervastheid en gemeenschapszin.

In juni 1943 werd door de heer Kok in samenwerking met de heren ingenieur J.van Leeuwen en Ir. J.den Boesterd op hoogst ingenieuze wijze een uiterst klein radio-ontvangsttoestel geconstrueerd in het militair hospitaal te Tjimahi, alwaar zij als geïnterneerden in de röntgenafdeling waren te werk gesteld. Dit toestel was samengesteld uit onderdelen verkregen door inbraak in de Japanse magazijnen van het hospitaal.

Aanvankelijk was het toestelletje op listige wijze ondergebracht in de röntgenkamer welke de veiligste gelegenheid bood omdat de Jappen een grote vrees hadden voor de aldaar gebruikte hoge spanningen.

Toen het hospitaal moest worden ontruimd en overgebracht naar een andere plaats in Tjimahi wisten de heren gedaan te krijgen dat zij werden ondergebracht in een ruimte grenzende aan de lijkenkamer, waar de Japanners nauwelijks durfden te komen uit gevaar voor besmetting.

Hier wist Kok, die een zeer goed instrumentmaker is het radiotoestel in een muur in te bouwen achter een stopcontact, dat stroom leverde aan een draaibankje voor de instrumentmakerij.

Met het toestel werd geregeld uitgeluisterd naar “Radio Oranje” en de B.B.C..

De opgevangen berichten werden geregeld doorgegeven in het hospitaal en naar het naburige interneringskamp “Baros”.

Uiteraard was deze berichtverspreiding van grote waarde voor het moreel van de hospitaalpatiënten en zeker niet in mindere mate voor de talloze geïnterneerden in het Baroskamp.

Aan deze nieuwsverspreiding waren enorme risico’s verbonden omdat zij op zo grote schaal plaats had. Hoewel de Japanners de berichtgeving wel vermoedden, aangezien hun duidelijk bleek, dat de door henzelf verspreide propagandistische berichtgeving geen uitwerking had, is het hun toch nimmer gelukt de bron van de Nederlandse berichtgeving te ontdekken.

De radioberichtendienst van deze drie heren heeft gewerkt van medio 1943 tot aan de Japanse capitulatie.

Aldus de Kanselier in zijn toespraak.

Hierna werden de versierselen behorende bij de Verzetsster Oost-Azië overhandigt aan de heer J.M. Kok.

Na deze plechtigheden wordt een ieder in de gelegenheid gesteld de auteur M.Spaans en de heer J.M. Kok te feliciteren.

Vice-voorzitter de heer H.B. Peetoom dankt tenslotte alle aanwezigen voor hun inzet en belangstelling, waarna we onder het genot van een drankje nog gezellig met elkaar samenzijn.

Ter afsluiting van deze bijzondere jubileummiddag wordt er nog genoten van een heerlijke Indische rijsttafel in het restaurant van Bronbeek voor een aantal genodigden.

                                                                                                                                                 Selamat Makan

EINDE

Met dank aan allen